maandag 8 november 2010

On the road again

In het holst van de nacht ging voor de verandering mijn wekker weer eens en omdat mijn wekker zich nog net niet aan gene zijde, maar evenwel toch flink ver weg bevond voelde ik mij genoodzaakt op te staan, op de tast op weg naar het luidkeels en zeer verontwaardigd klinkende stuk plastic.
Eenmaal wakker en de wekker alsnog naar gene zijde gemept besloot ik opgestaan te blijven en van de nood een deugd te maken. Routineus draaide ik mijn volledige ochtendprogramma in het daarvoor bestemde en benodigde aantal minuten af. Ik had er zin in: om 6.30 uur stond ik onder de douche en wist deze in luttele minuten min of meer schoon en fris, ingezeept, afgespoeld, drooggewreven en aangekleed weer te verlaten. Ik kneep de tube Elmex leeg in mijn mond, spoelde met water als ware het wijn en was klaar om de wereld tegemoet te hijgen.
Het klokje van de oven gaf inmiddels 6.45 uur aan en minus de 3 minuten die hij/zij/het voorloopt was ik dus in 12 minuten klaar.
De hond stond al blij kwispelend bij de voordeur en teruggekomen van het obligate rondje boom-veldje-boom restte mij nog het bij elkaar graaien van mijn ontbijt en lunch (kaas, crackers, eierkoek, mueslireep en sultana's), het uit bed schreeuwen van mijn liefhebbende echtgenoot en het krabben van mijn auto.
Het was 7.05 en ik was op weg om de tegoedbon die ik met eerder opstaan had gewonnen in te wisselen. Bij de pomp. Ik ging tanken.
Nu is tanken voor de gemiddelde autobezitter een noodzakelijk iets dat zich, afhankelijk van hoe zuinig je auto is, meermaals per week herhaalt.
Omdat mijn kilometertellerkabel het weer doet maar de vlotter van de benzinetank het nog nooit gedaan heeft rij ik op dagteller en intuitie, en vooral die laatste is als het gaat om iets dat kan verdampen, behoorlijk beroerd. Veiligheidshalve gooi ik er driemaal daags een liter bij, want je weet maar nooit, stilstand is achteruitgang en langs de kant van de weg sta je voor lul of met een beetje pech rijdt een lul dwars door jou heen de vangrail in en dat is het me allemaal niet waard. Vooral de factor Voor Lul Staan Langs De Snelweg Zonder Benzine is van doorslaggevende aard en daarom: tanken.
Omdat ik nog altijd denk dat tanken heel veel tijd kost plan ik zulks doorgaans óf heel zorgvuldig, óf ik benut de gewonnen tijd wanneer ik onverwacht eerder uit bed ben gevallen.
Bij het onbemande Shell tankstation, 11 cent korting, gleed ik (want wederom nog steeds glad) richting pomp 4, alwaar ik, vertrouwend op mijn kunde, geduld en dus een goede afloop, uitstapte en mijn benzinedopklepje met de zwaai van een routinier openklapte.
Daar houdt het doorgaans ook meteen mee op. De routinier in mij kan niet verder dan iets dat vanzelf open kan, ook open krijgen. Helaas is mijn tankdop van een ander niveau en profileert deze zich afwisselend als meegaand, uitdagend of erger. Vandaag viel in die laatste categorie. Ik stak de sleutel in mijn tankdop en draaide deze naar links. Er gebeurde niks. Ik draaide de sleutel naar rechts. Er gebeurde niks. Ik draaide mijn sleutel weer naar links, naar rechts, naar links. Het leek de tweede kamer wel, daar zit ook links en rechts en beiden doen niks. Ik draaide aan de dop, en kwam tot de conclusie dat als ik mijn sleutel naar links draaide, de dop muurvast zat. Geen beweging in te krijgen, dus in mijn simpele beleving stond Links gelijk aan Op Slot. Ik draaide mijn sleutel naar rechts en draaide aan de dop. Hoewel de dop logischerwijs want naar rechts nu Van Het Slot zou moeten zijn was dit niet het geval. Oh, er was absoluut beweging in mijn dop, een niet te weerleggen feit. Zoveel beweging dat mijn dop inclusief autosleutels zich al draaiende een weg baande door vel, vet en pezen van mijn rechterhand.
Dit herhaalde zich nog een paar keer. Links, Rechts, Op Slot, Of Toch Niet. Ik wist het niet meer en was de wanhoop nabij. Zo ook de redding, dacht ik. Naast mij, bij pomp 3, stopte een groene Volvo, een broeder maar dan jonger, met hierin een gedistingeerde heer. Ik voelde meteen een band. Snikkend draaide ik mijn sleutel en mijn dop van links naar rechts, in en uit mijn linkerhand, en ik zag mezelf al Voor Lul Staan Langs De Snelweg Zonder Benzine. Snikken werd meedogenloos en gierend zwelgen in mijn enorme leed, waarop de man niet anders kon dan constateren dat 'het' niet lukte, en mij dit ook vroeg. 'Wil het niet lukken?' Zei de man, waarop ik met betraande ogen mijn blond wapperend haar uit mijn gezicht streek en met een snik in mijn stem zei dat het inderdaad niet zo best ging, nee.
Ik moet echt een lelijke huiler zijn, want de man boog zich naar zijn eigen Volvo, tankte deze af, stapte in en reed weg.
Niet gehinderd door een laag zelfbeeld wist ik mij bevestigd in mijn vooroordelen over mannen die wel oplossingsgericht kunnen dénken, maar de bijbehorende handelingen vaak vergeten, niet weten of gewoon niet kunnen verrichten en gaf mijn ouwe, grijze aquarium een enorme rotschop tegen z´n kont en het commando ´LOS!´, waarop de schat onmiddellijk gehoorzaamde en de benzinedop als een ongeleid projectiel op mijn voeten liet vallen. 20 minuten later, 3 liter benzine rijker en het risico Voor Lul Te Staan Langs De Snelweg Zonder Benzine met 100% teruggebracht naar 0 voelde de weg weer geheel van ons.

'On the road again
Goin' places that I've never been
Seein' things that I may never see again
And I can't wait to get on the road again'
(willy Nelson, On the Road Again)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten