zondag 28 november 2010

.

Vermoeid van lijf en leden,
het leven beu en zat,
liep ik door open weiland,
door gras (er was geen pad),
mijn leven te vervloeken,
en kreeg spontaan m'n zin,
door goden te verzoeken,
sloeg mij de bliksem in.


Moraal:
als u een kort vers schrijven kunt
weet: zeven komma's maakt een punt.

maandag 8 november 2010

Pubers make no Plans

Het voordeel van de puber is dat je ze tot een uur of één in de middag niet hoort, ziet, en vooral: niet ruikt. De puber bevindt zich tot ongeveer dit tijdstip, kan iets later zijn maar niet veel eerder, in het bovengrondse hol dat hij kamer noemt. Daar rust de puber uit van alle opgedane indrukken van de voorgaande dag en de helft van de afgelopen nacht. Indrukken die de puber opdoet beperken zich doorgaans tot het initieren van een shootout op X-box, PS 1/2/3 of Wii, die de puber altijd overleeft, afgewisseld met het opstellen van zijn eigen ava in FIFA 11 waarbij de puber altijd het winnende doelpunt scoort. Al jaren sluimtert de vraag waarom hij niet al bij geboorte is weggekaapt door Barcelona, Inter of het leger. Dan was hij vast nu al een man geweest. Maar dit terzijde.

Andere opgedane indrukken van de puber zijn het bij nacht en ontij onderhouden van een sociaal netwerk zonder dat hiervoor hoeft worden beschikt over verbale en non-verbale gesprektechnieken. Typen met twee vingers is genoeg en taalfouten zijn boem lauw. De hoeveelheid taalfouten is zo schrikbarend dat je je afvraagt waarom hij nog naar school gaat. Evenwel besluit je school hier niet mee te confronteren, voor je het weet krijg je te horen dat ze je mening delen en krijg je 'm mee naar huis. Dan heeft iedereen zijn zin behalve jij. Waarmee ik, net als hij, school zijdelings bij de opgedane indrukken betrek, evenals je spullen opruimen, douchen, huiswerk maken en naar je ouders luisteren. Met een koptelefoon op.

Het is dan ook niet meer dan logisch dat de puber voldoende tijd krijgt en inruimt voor zijn verwerkingsproces, en zo hebben wij al menig zondagochtend voor onszelf. We lezen de krant, drinken een kop koffie en we wachten. Jarenlang hebben we gewacht tot we er eens niet om 6 uur uit hoefden, nu wachten we tot we terug in de tijd kunnen gaan om gezamenlijk te ontbijten. 
Wat de puber betreft is dat er niet meer bij. Ergens tussen tafellaken en servet wordt een zwartgeblakerde croissant voorzien van 3 plakken kaas en al lopende van kastje naar muur wordt deze, uit het vuistje, opgegeten. Uit de koelkast wordt blind iets te drinken gepakt, waarbij we ons gelukkig prijzen dat een bierflesje aan je mond zetten altijd nog glas en kroonkurk als wake up call kent. Het tikken van het pubergebit tegen het glas van het flesje sommeert ons hem te sommeren onmiddellijk iets anders te pakken. Wat hij ook doet, want geheel bewust was de actie niet. Hopen wij. Het pak melk wordt tussen neus en lippen door aan diezelfde lippen gezet en vervolgens, maar dat zien wij pas later, leeg weer tot de koelkastinventaris gevoegd. Grommend en mompelend pakt de puber een deel van de krant en gaat drie kwartier op de wc al zuchtend, steunend en kreunend de krant oplezen. Alsof dat wat er in staat anders niet waar zou zijn.

Enigszins gelaten besluiten we dat de dag al zover gevorderd is dat iets ondernemen bijkans een hachelijke onderneming op zichzelf aan het worden is. Het is duidelijk, onze timelines lopen niet synchroon. Hij zit niet in de onze, wij niet in de zijne. Zodra er een puber in je huis komt wonen weet je dat alles ooit geschreven over parallelle universa en zwarte gaten op waarheid berust en dat er leven elders bestaat. Nou ja, léven.. bij pubers is life helemaal niet what happens while you're busy making other plans.  Pubers make noise, pubers make dingen kapot, pubers make their mums belachelijk, Pubers make out. Maar pubers make no plans.

Net Niet

Dat je alles kunt maar vanalles niets doet
Dat je dat wat je doet omdat het móet
Dat je niet kunt kiezen en daarom maar láát
Dat je niet kunt komen omdat je al gaat
Dat het altijd te laat is en nooit eens te vroeg
Dat te weinig te veel is en te veel nooit genoeg
Dat je terug wilt naar de maat 38 die je toch al nooit kon dragen
Dat je antwoord krijgt op dingen die je helemaal niet wilde vragen
Dat nee nee is en ja ook nee is
Dat niemand normaal doet maar je weet niet wat er mis is
Dat je vandaag 36 bent en gisteren nog 11
Dat je geen invloed hebt op alles want alles doet het zelf
Dat je valt op de grond en je knie doet heel veel pijn
Dat je koekjes, je doekjes, je kusjes al op zijn
Dat je hart niet altijd zegt welke weg je moet inslaan
Dat je verstand voor je hart niet langer meer kan instaan
Dat je neusbulken opeet en dat iemand dat ziet
Dat de finish in zicht is maar je haalt het Net Niet.

Weenmoed

Ik werd vanmorgen wakker en de weemoed sloeg genadeloos toe. Er zijn mensen die menen dat je weemoed kunt plannen door het op te roepen wanneer je naar een foto kijkt, of een muziekje luistert, of gewoon de klink van je voordeur in een bepaalde hoek bekijkt en dan lijkt het net alsof je daar weer bent waar je toen ook was waar de klink van de voordeur, verdomd zeg, ook zo stond, en wat was het daar toch leuk..

Nee. Echte weemoed laat zich niet dwingen, weemoed voor gevorderden zoekt jou op en vind je. Ware Weemoed Wacht. Op momenten waarop je er het minst op bedacht bent, bijvoorbeeld als je bij de Gamma staat en de blauwe verf is in de aanbieding, en je waant je weer in diezelfde Gamma maar dan 4 jaar eerder, toen je ook verf nodig had en diezelfde blauwe verf ook in de aanbieding was, en je reikte naar een emmer, overdreven hysterisch lachend omdat je eindelijk iets constructiefs voelde nadat je al een half uur in elk gangpad ruzie had gemaakt met je man, kind en ander winkelend publiek, maar je bleef haken met de mouw van je spijkerjasje achter het aanbiedingsbordje en de emmer vloog door de lucht en landde op de vloer, uit elkaar spattend voor de voeten van wat ooit je liefdesbaby was, en in slow motion zie je de blauwe verf anderhalve meter omhoog spatten en je denkt even dat je op Hawaii bent maar dat ben je niet, je bent in de Gamma en je kind is blauw.

En je weet niet of je moet lachen of huilen, maar je lost het op door je kind bij de haren door de Gamma richting uitgang te sleuren, al roepend 'rennen, voordat Gargamel ons vindt!' En je echtgenoot sjokt gelaten achter je aan, zich weer afvragend waarom hij nou eigenlijk van jou houdt en wat de toegevoegde waarde is van houden van, hechten aan, vrouwen in het algemeen, getrouwd zijn en kinderen hebben en wat er ook alweer mis was met het slechts hebben van een koelkast vol met bier, een kat, beduimelde vieze boekjes en een rubberen opblaaspop.

Puberruil XL

Na alle stadia van weemoed te hebben doorlopen legde ik me erbij neer. Er was geen weg terug meer, zelfs al zou ik 'm onder z'n knietjes afzagen, daar werd ie echt niet minder puber van. Kleiner, ja, dat wel. Maar minder puber, nee, dat niet.
De mannelijke puber (homo masculinus adolescentus brutalis giganticus) kent vele gezichten, met een grote gemene deler: de vlassige snor en de jeugdpuist.
De mannelijke puber wordt in het geheel niet gehinderd door enige vorm van bescheidenheid. Hoogmoed, ijdelheid en grootheidswaanzin zijn volkomen geintegreerd in het dagelijks functioneren van de mannelijke puber. Net als zweetlucht.
De investering van de ouders van de mannelijke puber komt in de puberteit tot volle wasdom en werpt zijn vruchten af: ouders zijn een noodzakelijk kwaad en voorzien in wekelijkse behoeften als schone kleren, warm water en tandpasta, en in dagelijkse behoeften als pizza, chips, ijs, chocola, drop, patat, cola, energydrank en als je mazzel hebt sigaretten en bier.
De laatste twee zijn voor de startende puber bij wet verboden. Hierdoor wordt de puber eveneens niet gehinderd. Alles wat de ouder niet met lijf, leden of 7 hangsloten beschermt eigent de mannelijke puber zich toe. De mannelijke puber verrijkt zich vervolgens met nog meer chips, cola, energydrank, pizza en als je pech hebt, sigaretten en bier.

Het hebben van een kind is als het spelen van een potje twister: vanaf het begin wring je je in allerlei bochten om, als ouder, je kind op te voeden tot een sociaal, evenwichtig, beleefd, creatief, zorgzaam, slim, goedgekleed, welriekend, individualistisch menselijk wezen. Dit kost tijd, moeite en veel, heel veel geld en geduld.
Om de puberteit door te kunnen komen zorgt de natuur ervoor dat je, vanaf de geboorte van je aanstaande mannelijke puber, voorzien bent van de realiteitszin van een waanzinnige. Dus ben je blij met een lachje, een eerste woordje, een klef kusje of het allerlelijkste knutselwerkje (5% papier, 95% lijm), voor mama, voor moederdag.

In de hoop dat alles niet voor niets is geweest graaf je je 10, 12 jaar later een weg naar China op zoek naar de herinnering aan dat leuke, intelligente, zorgzame, sociale maar vooral welriekende, goedgeklede individu dat je bij de geboorte voor ogen had, waar je jouw eigen leven en (wel)zijn voor hebt opgeofferd, de oudedagsvoorziening van vlees en bloed, maar er is alleen maar wanhoop, en weemoed..
Een puber is een yahtzee enen, een spelletje poker met je huis, pinpas en humeur als inzet, een potje mens erger je niet voor vergevorderden, ga direct naar de gevangenis, ga niet langs start, u ontvangt geen 20.000 euro.


Ruilen? Ik hoef er niks voor terug.

Niks te danken

Vandaag stond er in het AD, of eigenlijk OP het AD gezien het feit dat het de voorpagina betrof, het volgende:

"'Kwetsbare mensen' als ouderen, zieken en dikkerds kunnen in deze warme periode gezondheidsrisico's lopen'.

Nu is het geen geheim dat ik behoor tot het van nature retegezellige, bourgondische, door photoshop niet meer recht te breien en uit leukeklerenland verbannen klootjesvolk van de dikke mens. Mijn gewicht? Pakembeet (en doe dat nou eens, je weet niet wat je meemaakt) 125 kilo. Schoon aan de haak, of, voor wie er niet van houdt, vies aan de haak.

(niet gehinderd door wat anderen van mij vinden maar ook niet te beroerd jullie mijn leuke kanten te onthouden: behalve weliswaar (veel) (te) dik ben ik bij mijn geboorte opgeleukt met een sprankelende geest (IQ 133, waarbij ik, nu mijn gewicht geen geheim meer is, ook maar geen geheim maak van mijn intelligentie en eraan wil toevoegen dat ik de test In Het Engels heb gemaakt), gezond ziek gevoel voor humor en een warm hart. Wie het wil, mag het hebben, er is genoeg.)

Bij monde van het AD artikel(tje) adviseerde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu mij, als dikkerd, vervolgens om tenminste 2 liter vocht per dag te drinken, inspanning te vermijden en in de schaduw te blijven tussen 12 en 16 uur.

Doorgaans wars van enige inspanning, met een natuurlijke drang tot overmatig nuttigen van spijzen en dranken en voorzien van een heel groot lichaam waar heel veel huidkanker heel makkelijk een plekje kan veroveren leek mij dit advies best logisch en niet al te lastig op te volgen.

Het AD artikel(tje) ging vergezeld van een foto waarop gezonde dunnerds praktisch nakend op een voor veel geld gehuurd strandbed ogenschijnlijk onbeschermd genoten van zon, zee, zand en strand. Voor deze gezonde, dunne mensen gold het advies dus duidelijk niet.

Lieve, onkwetsbare, jonge, gezonde, misschien van nature niet zo gezellige, verminderd bourgondische, slablaadjes ontledende dunnerds, voor wie altijd iets te vinden is in leukeklerenland: ook jullie drogen uit. Ook jullie vallen flauw. Ook jullie verbranden. Daarom adviseer ik jullie met liefde het volgende:

Drink tenminste 2 liter water per dag,
ga uit de zon tussen 12 en 16 uur en
vermijd overmatige inspanning.

Graag gedaan.

If it ain´t broke..

Zoals elke woensdag begon ook deze dag als mijn wekelijkse vrije dag, de dag waarop ik meer afspraken inplan dan dat ik op een werkdag doe. Hedenmorgen was gereserveerd voor en door Garageman, ter meerdere eer en glorie van de Volvo 740 Station waar ik mezelf en anderen in rondrij.
Hoewel niet écht nodig (als een auto start, rijdt en op tijd kan stoppen en dat alles zonder onderweg onderdelen te verliezen dan lijkt mij dat ie het doet) stond op mijn programma een nieuwe kilometertellerkabel en een vluchtige blik op de vlotter van mijn bezinetank. Vluchtig, want duur en benzine vervliegt tenslotte snel. Vluchtig, met de snelheid waarmee Garageman mijn auto zou repareren zit zo'n kabel er tenslotte zo in.
Met blij gemoed vertrok ik vanmorgen over besneeuwde paden en lanen richting Hillegersberg, om Garageman werk te verschaffen en mijn auto een nieuwe KMTK (KiloMeterTellerKabel).
Het al rijdende het juiste adres intikken op de TomTom met in mijn kofferbak een 18-wheeler was best een behoorlijke uitdaging, maar geen probleem.
Gelukkig wist half Nederland niet meer hoe hun auto te besturen en reden we in kolonne over A15 en A16 en namen drie kwartier later en nog steeds blij van zin afslag 27 richting Hillegersberg.
Stapvoets reden wij allen vervolgens van stoplicht naar stoplicht. Met koppeling, rem- en gaspedaal op standje Stop And Go bereikten wij, ik en mijn auto, al glijdend en vooral vermijdend de in een ondergesneeuwde woonwijk liggende garage.
Het ongetwijfeld aangeboden kopje koffie indachtig stapte ik uit mijn auto, trok decolleté en gezicht in de juiste plooien en stapte naar binnen.
Op het programma van Garageman stond in elk geval geen goedemorgen. Op de blaf wat ik kwam doen vertelde ik Garageman vriendelijk dat ik een afspraak had, hedenmorgen, en keek om me heen waar a. koffieautomaat, b. toilet en c. leesmap zich bevonden. Die bevonden zich niet. Garageman graaide naar mijn sleutels en vertelde mij dat er ongetwijfeld vandaag nog naar mijn auto zou worden gekeken, maar dat het wel even kon duren voordat ik mijn auto weer in mijn armen mocht sluiten. Ongetwijfeld bleu van blik vroeg ik of de mogelijkheid er misschien was dat een en ander vandaag kon worden gemaakt. Het was duidelijk dat Garageman niet van uitdagingen houdt, maar van problemen, en ik was er een.
In de categorie Uitdagingen scoorde Garageman met zijn mededeling mij vandaag tenminste te béllen op zijn eigen cijferlijst ongetwijfeld een 10. En zo stond ik weer buiten.
In Rotterdam ain´t no such thing as a middle of nowhere, dus vol goede moed ploegde ik op mijn katoenen All Stars door de sneeuw op zoek naar vervangend vervoer, geregeld door de RET.
Bus 35 bracht mij naar station Alexander maar was in elk geval warmer dan het bushokje. Ik stapte in, hield mijn OV-chipkaart tegen de lezer en bleef haast dood van de alvast voor het geval u niet uitcheckt, afgeboekte 4 euro.
In de bus bedacht ik me dat ik wel naar de stad kon gaan, om de tijd te doden. Garageman ging mij tenslotte bellen, en dan was ik min of meer in de buurt. Meer min dan meer, want het volgende dat ik me bedacht was dat mijn telefoon, waarop Garageman mij ongetwijfeld heel snel ging bellen, thuis was achtergebleven. Prima, ik veranderde meteen mijn plannen, anticipeerde direct op de situatie en besloot op Alexander over te stappen op de Metro richting Beurs. Vanaf Beurs was het een eitje naar Zuidplein en vanaf Zuidplein zou bus 68 mij naar Heijplaat brengen, naar Huis.
In Metro 1 was blijkbaar van alles mis met de Warmco, ik had beter kunnen gaan fietsen. Fietsen maakt warm, stilzitten of -staan in een koude metro maakt heel, heel koud. In Metro 2 was blijkbaar van alles mis met de Koelco, wat op zich niet erg was want inmiddels was ik bewegingsmoe en stilzitten of -staan was in M2 het meest verstandige, na doodliggen. Maar daar had ik geen zin in.
Op Zuidplein, 1 bus en 2 metro's verder, moest ik wachten op bus 68. Bus 77 kwam ondertussen 3x voorbij, bus 66 2x en bus 44 om de 3 minuten, maar die moest ik allemaal niet hebben.
Bus 68 kwam en nam mij liefdevol en precies op temperatuur op in haar warme schoot, als ware het een baarmoeder. En toen was ik thuis. Eindelijk thuis. Het was inmiddels 2 uur later, maar ik was thuis.
Het vooruitzicht mezelf te troosten met heel veel toegevoegde suikers, kleurstoffen, smaakstoffen en koolhydraten onderwijl al opwarmende de krant lezend in afwachting van Het Telefoontje Van Garageman werd in een klap genadeloos teniet gedaan omdat mijn huissleutel was achtergebleven bij Garageman, gebroederlijk schurkend tegen mijn autosleutels (mijn huissleutel, niet Garageman).

Moraal: If It Ain't Broke, Don't Fix It.

Ik ook van mij

Lekker vroeg wakker én opgestaan verveelden ik en mijn echtgenoot ons gedurende een drietal uren met krant, koffie, sigaretten, teevee en een Loeiende Loetje Want Krols. Uiteindelijk vervelingsmoe taaiden we vervolgens af richting stad. Doel van deze missie was de markt, en tot dan tenminste 15 minuten de tijd om onze nieuwe, vers ingebouwde, I-podready autoradio te slopeh...testen.
So far so good, eenmaal onderweg besloten we dat het misschien toch wel leuk was om even bij H** R******** langs te gaan, onlangs failliet verklaard en in onze herinnering goed voor een leuk meubelstuk of twee, als ook de niet van echt te onderscheiden maar veel betaalbaarderdere replicabooglamp (origineel 1250, bij HR 198 en wie het origineel niet helemaal recht op z'n netvlies heeft ziet het verschil echt niet. Niet echt.).
Naar binnen gelopen om in de winkel tot de ontdekking te komen dat de mevrouw die het faillissement uitvoert alle meubels die zij blijkbaar bij eerdere faillissementen heeft overgehouden heeft toegevoegd aan de reeds uitgedunde eigen collectie van H** R********. De beide banken die de keuring doorkwamen werden respectievelijk door hem afgezeken als het om de mijne (een bruine, leren) ging, en door mij als het om de zijne (een zwarte, leren) ging. Ergo, dit ging nergens heen waarop we vervolgens besloten zelf maar weg te gaan.
De Hij van ons twee had al enige tijd de onbegrijpelijke behoefte aan onderbroeken mét elastiek en wist de Zij van ons twee (dat is de Ik, voor U, Lezer dezes) te vertellen dat bij V&D op Zuidplein al het ondergoed met elastiek en pijpjes voor de helft weg ging en V en D maakt twee dus lieten we de markt links én rechts liggen, op weg naar onderbroekenlol. Die was er gauw vanaf want V en D blijft één en de aanbieding gold niet in deze vestiging. Hierop maakten wij wederom een omtrekkende beweging en liepen richting Dudok voor lunch.
Dudok zat vol met mensen die we niet kenden, dus besloten we om binnendoor via de andere in-uitgang de Meent op te leuken met onze aanwezigheid, op weg naar Little Italy.
Little Italy verkoopt alleen maar Italiaanse producten, daarom heten ze in elk geval Italy. Little, omdat ze een winkel zijn en geen land, vermoed ik.
Aangesloten in de rij voor de vleeswaar wachtten wij netjes onze beurt af. Het was druk, en daar waar verleden week de rij bij de vleeswaar leek te beginnen, was nu niet duidelijk of de kaas de te kiezen kant was of dat willekeur gold. In elk geval waren wij derde, in die niet al te duidelijke rij. Nummer één was een blonde mevrouw, met een kind dat leek op een Mees, Ties of misschien wel een Tijl, Sem of een Julius. Deze mevrouw had vleeswaar kopen blijkbaar als hobby en/of therapeutische dagbesteding en bestelde zo ongeveer van alles 'een onsje of twee, apart verpakt in porties van 1 gram'. Nadat deze mevrouw bijna het hele assortiment had besteld met een totaalgewicht van een kilo of 7 in plakjes van 10 gram apart verpakt ontdekte ze nog een onbestemde hamachtige vleeswaar. Een vleeswaar die zij zo niet thuis kon brengen dat ze de Italiaanse eigenaar van de Italiaanse supermarkt Little Italy vroeg: 'die ham daar, is dat een Spaanse?'
Nooit was een volle winkel plaatsvervangender schaamtevol.
Mevrouw droop af, andere mevrouw kwam op.
(NB. Little Italy is een kleine supermarkt die doorgaans wordt bezocht door Mijzelf en mijn Hij en verder door de gemiddelde Schiebroekse Kleiwegkakker, de Binnenstad Bobo, de Blijdorpsche Beau (Heau) Mo(nde) en het Hillegersbergsche BMW X5 Gezin, 1 vader, 1 moeder, 1 jongen, 1 meisje, 1 labrador. In die volgorde, en die hond is een educated guess want niet mee want niet toegestaan in de winkel)
De mevrouw, type unisex trainingspak/winterjas/spijkerbroek/kapsel, hij/zij fiets-met-trapondersteuning, hem-en-haarhanddoek (hij blauw, zij roze), deed haar bestelling waarna nog slechts een heer zich voor ons bevond en daarna kwamen wij. Dachten wij. Gelukkig, want het zou maar saai zijn als je de beurt kreeg die je daadwerkelijk was toebedeeld, was daar 1 vader, met 1 vrouw, 1 zoon en 1 dochter, welke laatste met een stok op de glazen vitrine aan het rammen was. Pedagogisch overduidelijk niet onderlegd wist de vader zijn dochter liefdevol tot de orde te roepen en verzocht 'Maadje' (naar later bleek Madelief voluit) vriendelijk op te houden met het slopen van de vitrine. Maadje vond dat niet zo nodig, waarop de vader, blijkbaar gegeneerd door de larf die zijn vrouw toentertijd zo graag wilde, het nodig vond aan de beurt te zijn. De beurt die hij thuis na de geboorte van Maadje blijkbaar niet meer heeft gehad, zo graag wou ie m hier.
Hierop gaven zowel de heer voor mij in de rij als ikzelf aan dat als het om beurten ging, de vader wat ons betreft in de gevangenis mocht en niet langs start. Hierop draaide de nog niet weggelopen en blijkbaar wel zin in een relletje hebbende unisexmevrouw zich naar mij toe en gaf aan dat de heer voor ons nu aan de beurt was, maar zij wou zich er verder beslist niet mee bemoeien. De heer voor ons gaf aan dat hij aan de beurt was, ik gaf aan dat ik dat wist, de mevrouw die zich er niet mee wilde bemoeien ging helemaal los op waar zij blijkbaar helemaal geen idee van maar wel zin in had en ondertussen deed De Vader zijn bestelling. Hierop keek ik naar mijn echtgenoot, die meer voeling met de wijn rechts van hem had dan met mij en mijn weinig relativerend vermogen links van hem en stelde voor dat wij onze gedroogde pasta's zouden afrekenen en vertrekken. Aldus gingen wij.
Ondertussen had ik honger gekregen, en omdat ik net een Gremlin ben maar dan eentje die je voorál moet voeren na twaalven werd ik sjaggerijnig en op weg naar de Kaas van Willem ontaarde mijn sjaggerijn in een ouderwets en ordinair stukje straattoneel, waarna ik boos links ging richting koffie en UEB, en hij boos rechts richting Kaas van Willem.
In de UEB gooide ik in 3 nanoseconden een grote cappuccino naar binnen, rekende 3 euro en 30 cent af (dat zijn 10 Nespressocupjes, dankuwel) en liep naar mijn auto terug. Daar aangekomen stond mijn Hij tegen de auto aangeleund. Zonder Kaas van Willem, want ik had het geld, en mij was ie dus al kwijt. Blij met mezelf vertelde ik dat ik hém wel had zien voorbijlopen, vanachter mijn grote cappuccino in de UEB, waarna ik minder blij tot de ontdekking kwam dat mijn werktelefoon, waarmee ik soort van stiekemachtig mijzelf en mijn auto had aangemeld bij de parkeermeter, ontbrak in mijn tas en mijn leven. Helemaal niet blij meer maar overtuigd van mijn eigen leed snikte ik hysterisch huilend dat het leven geen zin meer had en dat alles kwam door hem.
Zonder telefoon, zonder kaas, zonder bank, zonder salami/Mortadella/Prosciutto Daniele/Parmezaan/BuffelMozarella en zonder doel maar met ruzie en voor minder dan de helft on speaking terms reden we richting Maastunnel, Waalhaven, Heijplaat, Huis.

Gelukkig deed de autoradio het nog.

On the road again

In het holst van de nacht ging voor de verandering mijn wekker weer eens en omdat mijn wekker zich nog net niet aan gene zijde, maar evenwel toch flink ver weg bevond voelde ik mij genoodzaakt op te staan, op de tast op weg naar het luidkeels en zeer verontwaardigd klinkende stuk plastic.
Eenmaal wakker en de wekker alsnog naar gene zijde gemept besloot ik opgestaan te blijven en van de nood een deugd te maken. Routineus draaide ik mijn volledige ochtendprogramma in het daarvoor bestemde en benodigde aantal minuten af. Ik had er zin in: om 6.30 uur stond ik onder de douche en wist deze in luttele minuten min of meer schoon en fris, ingezeept, afgespoeld, drooggewreven en aangekleed weer te verlaten. Ik kneep de tube Elmex leeg in mijn mond, spoelde met water als ware het wijn en was klaar om de wereld tegemoet te hijgen.
Het klokje van de oven gaf inmiddels 6.45 uur aan en minus de 3 minuten die hij/zij/het voorloopt was ik dus in 12 minuten klaar.
De hond stond al blij kwispelend bij de voordeur en teruggekomen van het obligate rondje boom-veldje-boom restte mij nog het bij elkaar graaien van mijn ontbijt en lunch (kaas, crackers, eierkoek, mueslireep en sultana's), het uit bed schreeuwen van mijn liefhebbende echtgenoot en het krabben van mijn auto.
Het was 7.05 en ik was op weg om de tegoedbon die ik met eerder opstaan had gewonnen in te wisselen. Bij de pomp. Ik ging tanken.
Nu is tanken voor de gemiddelde autobezitter een noodzakelijk iets dat zich, afhankelijk van hoe zuinig je auto is, meermaals per week herhaalt.
Omdat mijn kilometertellerkabel het weer doet maar de vlotter van de benzinetank het nog nooit gedaan heeft rij ik op dagteller en intuitie, en vooral die laatste is als het gaat om iets dat kan verdampen, behoorlijk beroerd. Veiligheidshalve gooi ik er driemaal daags een liter bij, want je weet maar nooit, stilstand is achteruitgang en langs de kant van de weg sta je voor lul of met een beetje pech rijdt een lul dwars door jou heen de vangrail in en dat is het me allemaal niet waard. Vooral de factor Voor Lul Staan Langs De Snelweg Zonder Benzine is van doorslaggevende aard en daarom: tanken.
Omdat ik nog altijd denk dat tanken heel veel tijd kost plan ik zulks doorgaans óf heel zorgvuldig, óf ik benut de gewonnen tijd wanneer ik onverwacht eerder uit bed ben gevallen.
Bij het onbemande Shell tankstation, 11 cent korting, gleed ik (want wederom nog steeds glad) richting pomp 4, alwaar ik, vertrouwend op mijn kunde, geduld en dus een goede afloop, uitstapte en mijn benzinedopklepje met de zwaai van een routinier openklapte.
Daar houdt het doorgaans ook meteen mee op. De routinier in mij kan niet verder dan iets dat vanzelf open kan, ook open krijgen. Helaas is mijn tankdop van een ander niveau en profileert deze zich afwisselend als meegaand, uitdagend of erger. Vandaag viel in die laatste categorie. Ik stak de sleutel in mijn tankdop en draaide deze naar links. Er gebeurde niks. Ik draaide de sleutel naar rechts. Er gebeurde niks. Ik draaide mijn sleutel weer naar links, naar rechts, naar links. Het leek de tweede kamer wel, daar zit ook links en rechts en beiden doen niks. Ik draaide aan de dop, en kwam tot de conclusie dat als ik mijn sleutel naar links draaide, de dop muurvast zat. Geen beweging in te krijgen, dus in mijn simpele beleving stond Links gelijk aan Op Slot. Ik draaide mijn sleutel naar rechts en draaide aan de dop. Hoewel de dop logischerwijs want naar rechts nu Van Het Slot zou moeten zijn was dit niet het geval. Oh, er was absoluut beweging in mijn dop, een niet te weerleggen feit. Zoveel beweging dat mijn dop inclusief autosleutels zich al draaiende een weg baande door vel, vet en pezen van mijn rechterhand.
Dit herhaalde zich nog een paar keer. Links, Rechts, Op Slot, Of Toch Niet. Ik wist het niet meer en was de wanhoop nabij. Zo ook de redding, dacht ik. Naast mij, bij pomp 3, stopte een groene Volvo, een broeder maar dan jonger, met hierin een gedistingeerde heer. Ik voelde meteen een band. Snikkend draaide ik mijn sleutel en mijn dop van links naar rechts, in en uit mijn linkerhand, en ik zag mezelf al Voor Lul Staan Langs De Snelweg Zonder Benzine. Snikken werd meedogenloos en gierend zwelgen in mijn enorme leed, waarop de man niet anders kon dan constateren dat 'het' niet lukte, en mij dit ook vroeg. 'Wil het niet lukken?' Zei de man, waarop ik met betraande ogen mijn blond wapperend haar uit mijn gezicht streek en met een snik in mijn stem zei dat het inderdaad niet zo best ging, nee.
Ik moet echt een lelijke huiler zijn, want de man boog zich naar zijn eigen Volvo, tankte deze af, stapte in en reed weg.
Niet gehinderd door een laag zelfbeeld wist ik mij bevestigd in mijn vooroordelen over mannen die wel oplossingsgericht kunnen dénken, maar de bijbehorende handelingen vaak vergeten, niet weten of gewoon niet kunnen verrichten en gaf mijn ouwe, grijze aquarium een enorme rotschop tegen z´n kont en het commando ´LOS!´, waarop de schat onmiddellijk gehoorzaamde en de benzinedop als een ongeleid projectiel op mijn voeten liet vallen. 20 minuten later, 3 liter benzine rijker en het risico Voor Lul Te Staan Langs De Snelweg Zonder Benzine met 100% teruggebracht naar 0 voelde de weg weer geheel van ons.

'On the road again
Goin' places that I've never been
Seein' things that I may never see again
And I can't wait to get on the road again'
(willy Nelson, On the Road Again)

Just not that in to me

Voor wie denkt dat ik echt niks beters te doen heb dan vanuit hyves de wereld te omarmen: jullie hebben allemaal gelijk. Ik heb geen leven en hoef er ook geen. Werk, gezin, school, vrienden, familie, boeren, burgers, buitenlui en goeie sex: wat mij betreft helemaal niet nodig en nergens goed voor. Kost tijd, kost geld, kost energie en je bereikt er maar een klein publiek mee, en met een groot deel van dat kleine publiek wil je zowiezo geen sex.
Met bloggen, daarentegen, bereik ik in één keer op z'n minst 88 mensen. Tot vanmorgen.
Om alle waarderende reacties en het digitale applaus in ontvangst te nemen voor mijn laatst geschreven blog (gister) logde ik vanmorgen, zojuist dus, weer in op mijn hyvespagina.
Ik las de enige reactie en had ineens en wederom tijd over. Die tijd ging ik nuttig besteden door andermensch' bloggen te lezen en de onlangs op hyves geplaatste foto's van die anderen te bekijken in de hoop aanknopings- en/of herkenningspunten te vinden, wat overigens niet zo goed lukte want niemand blijkt meer te lijken op de persoon zoals ik hem of haar heb leren kennen. Niemand is meer 6, of 17, en alle in de tussentijd gekregen kinderen zitten op z'n minst al op de basisschool of hebben in het ergste geval zelf al kinderen.
Een beetje digitaal hangend, chillend in het parallel universum dat Hyves in feite is checkte ik de
www.tjes maar dat waren dezelfde als die ik vannacht al had gelezen, waarop vervolgens en totaal niet gepland mijn oog viel op het aantal vrienden dat ik gisteravond nog dacht te hebben.
Nu categoriseer ik mezelf structureel als 'mateloos (haha) populair en selectief in het toevoegen van vrienden', wat in feite inhoudt dat ik weliswaar slechts 88 vrienden heb (had) maar dat ik al deze mensen ook daadwerkelijk ken, zie en op mijn verjaardag uit kan en wil nodigen en dan komen ze nog ook. Nog steeds niet gehinderd door een laag zelfbeeld ben ik van mening dat andere mensen het harder nodig hebben de wereld realistisch tegemoet te treden dan ik.
Geheel in de veronderstelling dat er alleen maar mensen bij zouden komen telde ik vanmorgen niet de gebruikelijke 88 vrienden maar slechts 87.
Ik was ontvriend.
Ergens in die lange afgelopen nacht is iemand tot de conclusie gekomen dat ik er niet meer toe doe in diens digitale leven. Dit betekent dat er meer mensen zoals ik zijn die 's nachts hyven, omdat het schaatsen zo laat pas wordt uitgezonden en er zoveel dweilpauzes zijn. Gelukkig doen de Olympia's het nu weer wel, maar niemand die begrijpt waarom er geen Zamboni's op het ijs komen. Dit terzijde. En wie er gewonnen heeft weet ik ook niet, want ik werd wakker tijdens het horen van een onbestemd volkslied, kreeg vervolgens een helder moment en zapte de televisie uit. Ook dit terzijde.
In het onbewaakte ogenblik dat ik niet op hyves was, sliep of even niet keek ben ik dus van iemands lijst geschrapt, gelost, gedist en gewist uit diens digitale bijenkorf.
Dat geeft niet, en het waarom interesseert me niet, maar ik zou graag willen weten wie je bent. Of was.

Because you're not breaking up with me, I am breaking up with you.

ps. willen al mijn overgebleven 86 échte vrienden zaterdag 9 oktober vrijhouden? Dan vier ik mijn 40e verjaardag, meer informatie volgt.

ps. 86 vrienden ja, want van pure nijd heb ik ook iemand ontvriend.

ps. is het tegenovergestelde van ontvrienden bevijanden?